Vliegen of vallen? Zo regel je als gemeente een goede financiële start voor statushouders
Alle bijstandsgerechtigden hebben te maken met verschillen in de inkomensondersteuning van gemeenten. Echter de situatie van statushouders bij eerste huisvesting is op een aantal punten anders dan die van andere inwoners in Nederland. Zij hebben langdurig met een laag inkomen in de asielopvang verbleven en hebben nog helemaal geen meubels. Voor hen is bijstand niet een vangnet, maar een ‘opstartvoorziening’. Daarnaast zijn zij extra kwetsbaar voor financiële problemen, vanwege:
- het niet hebben van een financiële buffer;
- onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal;
- geen of onvoldoende kennis van het financiële systeem;
- beperkte mentale veerkracht door traumatische gebeurtenissen;
- het ontbreken van een sociaal netwerk;
- het moeten maken van extra kosten.
Veel verschillen tussen gemeenten
Het maakt voor een vluchteling nogal uit in welke gemeenten hij of zij voor het eerst wordt gehuisvest. In de ene gemeente wordt de eerste huur vergoed, in de andere niet. In gemeente A krijg je hulp bij het overbruggen van het gat tussen het leefgeld vanuit de opvang en je uitkering en toeslagen, in gemeente B niet.
En zo kan het zijn dat de ene vluchteling meteen met schulden start en de andere een vliegende start kan maken.
Onbedoelde ongelijkheid
Als gemeente heb je beleidsvrijheid in de uitvoering van de Participatiewet. Onbedoeld heeft dat echter ongelijkheid tot gevolg. In het minimabeleid wordt niet altijd rekening gehouden met de speciale situatie van statushouders. VluchtelingenWerk pleit daarom voor collectief maatwerk. De verderop genoemde handvatten bieden daarvoor de basis.
Heel veel zaken die landelijk waren geregeld, zijn overgeheveld naar de gemeente. Daardoor krijg je verschillen, en verschillen creëren altijd een groot probleem. Er ontstaat onbegrip, en dat geldt niet alleen voor statushouders
Uitvoering beleid raakt integratieproces
Het ontbreken van een goede financiële start veroorzaakt naast schulden ook stress en vaak belemmert dit statushouders (en hun gezin) bij hun integratie en participatie. De wijze waarop gemeenten uitvoering geven aan het landelijke beleid is daarom tevens van invloed op het integratieproces.
Rol landelijke overheid
VluchtelingenWerk Nederland roept ook de landelijke overheid op om bij de inkomensondersteuning van statushouders meer rekening te houden met hun bijzondere omstandigheden. Naast collectief maatwerk pleiten we voor aanpassingen in de Participatiewet.
Handvatten voor collectief maatwerk
Op basis van de onderzochte knelpunten en verschillen tussen gemeenten zijn aanbevelingen gedaan. Met een overzicht van minimale voorwaarden bieden we gemeenten handvatten voor een goede start van statushouders, ongeacht hun woonplaats.
Onderzoek downloaden
Benieuwd naar de verschillen die we vonden en alle aanbevelingen? Download het rapport ‘Vallen of vliegen? Een goede financiële start voor statushouders’.
Verder sparren?
Wil je met ons sparren over de opvang, integratie of participatie van vluchtelingen in je gemeente? Laat je gegevens achter via het formulier hieronder. Je regiomanager neemt dan contact op.
4x per jaar onze gemeente-nieuwsbrief ontvangen?
Hier op de webpagina's voor gemeenten delen we regelmatig interessante informatie. Wil je daar 4x per jaar actief aan worden herinnerd? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief 'informatie en inspiratie voor gemeenten'.